Hoog- en verspringen

Wie hoog of ver wil springen moet hiervoor een Proef op Lichaamsbeheersing (Springen) afleggen.

Verspringen: Een held kan, met een ongemodificeerde Proef en een aanloop, 3 pas ver springen. Voor elke pas extra wordt de Proef met 1 verzwaard. Maximaal kan een held 8 pas ver springen. Onder de 3 pas is er geen Proef vereist.

Hoogspringen: Een held kan, met een ongemodificeerde Proef en een aanloop, 1 pas hoog springen. Voor elke 50 halfvinger extra wordt de Proef met 1 verzwaard. Een held kan maximaal 4 pas hoog springen (met uitgestrekte armen, om zich ergens aan vast te houden). Onder 1 pas is er geen Proef vereist.

Zonder aanloop zijn beide sprongsoorten bijkomend met 2 verzwaard en de maximale sprongwijdte/hoogte is gehalveerd. Voor dwergen zijn deze afstanden doorgaans gehalveerd.

Publicatie:

Regelwerk bladzijde 349